Burn-out: de signalen, de oorzaken en tips om een burn-out te voorkomen
De signalen van een naderende burn-out
Dat de Corona crisis ingrijpende financiële consequenties heeft, hoeven we je niet meer te vertellen. Maar wist je dat deze crisis ook voor veel stress- en burn–out-klachten zorgt? Recent onderzoek van Effectory toont aan dat door de Corona crisis maar liefst 60% van de medewerkers een grotere kans loopt op een burn-out. Dit omdat ze meer stress ervaren, een hogere werk-/prestatiedruk voelen, minder bewegen en de balans tussen werk en privé zoek is.
Zorgwekkend? Zeker. Let daarom goed op elkaar en zorg dat je, niet alleen als werkgever maar ook zeker als collega, let op (onder andere) de volgende signalen:
- Lichamelijke klachten. Denk aan slaapgebrek, weinig energie, hoofdpijn, spierpijn, misselijkheid, hyperventilatie of zelfs hartkloppingen en hoge bloeddruk.
- Mentale signalen. Zoals een verminderde concentratie, een slechter geheugen maar ook niet meer goed in staat zijn beslissingen te nemen en knopen door te hakken.
- Psychologische signalen. Onzekerheid, wantrouwend, prikkelbaar, laag zelfbeeld, onzekerheid, piekeren; allemaal psychologische signalen die kunnen duiden op een naderende burn-out.
De oorzaken van een burn-out
Er zijn een aantal omstandigheden waarin een burn-out ontstaat. Vaak wordt het geassocieerd met werkstress maar ook leefomstandigheden, sociale problemen of bijvoorbeeld ziekte kunnen een burn-out veroorzaken. In deze blog focussen we op de burn-out die ontstaat in een werkomgeving. Een burn-out in een werkomgeving kan onder andere veroorzaakt worden door:
- Een te hoge werkdruk; een (te) hoge prestatiedruk of niet genoeg capaciteiten of ervaring om de taak goed te voldoen.
- Persoonlijke eigenschappen; bijvoorbeeld geen ‘nee’ kunnen zeggen, perfectionisme of slechte planningsvaardigheden.
- Slechte balans tussen werk en privé; wat er op het werk gebeurt neem je mee naar huis en wat er thuis gebeurt neem je mee naar werk.
- Slechte werksfeer; niet goed kunnen samenwerken, onderlinge strijd of pestgedrag op de werkvloer.
- Gebrek aan waardering; bijvoorbeeld een te laag salaris of geen uitgesproken waardering voor hard werken.
- Onduidelijkheid over de toekomst; denk aan een reorganisatie of een slechte beoordeling.
- Blijven doorwerken; mensen die elke keer blijven doorwerken ondanks dat ze niet lekker in hun vel zitten of een griepje onder de leden hebben, lopen ook een grotere kans op een burn-out. Je kan als mens veel aan, maar je lichaam en geest hebben ook tijd nodig om te herstellen en bij te tanken.
Tips om burn-out te voorkomen
Je hebt het als werkgever nooit compleet in de hand of iemand wel of geen burn-out krijgt, maar je kunt (en moet!) er wel heel veel aan doen om het te voorkomen. De eerste stap is om extra alert te zijn op alle bovenstaande signalen en oorzaken. Gaan er alarmbellen rinkelen of herken je zaken die voor een burn-out kunnen zorgen? Pak ze dan aan! Ga het gesprek aan met je medewerker en/of zorg ervoor dat de oorzaken aangepakt worden.
Daarnaast geven we je graag de volgende tips:
- Geef voorlichting over burn-out en signalen.
- Neem werk- en prestatiedruk zoveel mogelijk weg daar waar mogelijk.
- Vergroot het werkplezier van je medewerkers.
- Peil in persoonlijke gesprekken in hoeverre medewerkers zich betekenisvol en gewaardeerd voelen.
- Investeer in opleiding- en ontwikkelingsmogelijkheden van je medewerkers.
- Stimuleer je medewerkers om voldoende te bewegen. Van een lunchwandeling tot een fitnessapparaat bij de medewerker thuis, genoeg mogelijkheden.
- Stop het oppotten van vakantiedagen en vrije dagen! Sta erop dat mensen hun vakantiedagen opnemen en ook daadwerkelijk hun werk neerleggen op vrije dagen als Pasen, Pinksteren of Kerst.
Wat als het al te laat lijkt?
Herken je alle klachten en signalen bij een collega of medewerker? Dan is het belangrijk dat de leidinggevende het gesprek aangaat. Dit klinkt makkelijker dan het is, want toegeven dat het niet goed gaat is de eerste grote horde voor de persoon in kwestie. Oprecht luisteren en de ander de ruimte geven om zijn/haar verhaal te doen, laat vaak het kwartje al vallen.
Daarna volgt stap 2: de juiste hulp en begeleiding zoeken en inschakelen. Bijvoorbeeld de bedrijfsarts, een huisarts, een praktijkondersteuner of een coach.